Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen scheidde Jakob [61]de lammeren, en hij wendde het gezicht der kudde op het gesprenkelde, en al het bruine onder Labans kudde; en hij stelde zijn kudden alleen, en [62]hij zette ze niet bij de kudde van Laban. 61. Te weten, die veelkleurig of bruin waren. Dezen liet hij voorgaan; de anderen liet hij volgen, opdat dezen die zouden zien wanneer zij zich paarden. 62. Te weten, opdat zij door het aanschouwen daarvan niet haars gelijken, dat is eenkleurigen, zouden voortbrengen.